gebruiken posiada 142 tłumaczenia na 19 języków

Tłumaczenia gebruiken

NL PL Polski 4 tłumaczenia
NL EN Angielski 1 tłumaczenie
NL ES Hiszpański 1 tłumaczenie
  • habituación (n adj v) [frequent repetition of the same act] {f}
  • costumbre (n adj v) [frequent repetition of the same act] {f}
  • emplear (v) [invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen, aanwenden]
  • ejercer (v) [uitoefenen, toepassen, materiaal, invloed, aanwenden]
  • utilizar (v) [aanwenden, employ, apply, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • usar (v) [invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen, benzine, aanwenden, employ, apply]
  • aplicar (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • consumir (v) [invloed, uitoefenen, toepassen, materiaal, benzine, aanwenden]
  • agotar (v) [aanwenden, benzine, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • aprovecharse de (v) [persoon]
  • explotar (v) [persoon]
NL FR Francuski 1 tłumaczenie
  • exploiter [persoon]
  • brûler [aanwenden, benzine, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • user [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • coutume (n adj v) [frequent repetition of the same act] {f}
  • employer [materiaal, uitoefenen, toepassen, invloed, aanwenden]
  • user de [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • exercer [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • faire usage de [uitoefenen, toepassen, invloed, aanwenden, materiaal]
  • se servir de [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • pratiquer [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • appliquer [uitoefenen, toepassen, invloed, aanwenden, materiaal]
  • utiliser [uitoefenen, toepassen, materiaal, invloed, employ, apply, benzine, aanwenden]
  • servir
  • profiter de [persoon]
  • consommer [aanwenden, benzine, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • se servir (n v) [employ, apply]
NL DE Niemiecki 1 tłumaczenie
NL IT Włoski 1 tłumaczenie
  • consumare (v) [benzine, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen, aanwenden]
  • impiegare (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • sfruttare (v) [persoon]
  • usare (v) [benzine, uitoefenen, toepassen, materiaal, invloed, employ, apply, aanwenden]
  • fare uso di (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • servirsi di (v) [uitoefenen, toepassen, invloed, aanwenden, materiaal]
  • esercitare (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • adoperare (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • applicare (v) [materiaal, uitoefenen, toepassen, invloed, aanwenden]
  • azionare (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • utilizzare (v) [aanwenden, employ, apply, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • approfittarsi di (v) [persoon]
NL PT Portugalski 1 tłumaczenie
  • explorar (v) [persoon]
  • gastar (v) [aanwenden, benzine, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • usar (v) [aanwenden, employ, apply, invloed, materiaal, persoon, toepassen, uitoefenen]
  • hábito (n adj v) [frequent repetition of the same act] {m}
  • costume (n adj v) [frequent repetition of the same act] {m}
  • empregar (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • aplicar (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • exercitar (v) [uitoefenen, toepassen, invloed, aanwenden, materiaal]
  • exercer (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • colocar em uso (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • utilizar (v) [materiaal, uitoefenen, toepassen, employ, apply, aanwenden, invloed]
  • fazer uso de (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • consumir (v) [aanwenden, uitoefenen, toepassen, materiaal, invloed, benzine]
  • tirar vantagem de (v) [persoon]
  • aproveitar-se de (v) [persoon]
  • abusar (v) [persoon]
NL SV Szwedzki 1 tłumaczenie
  • sedvänja (n adj v) [frequent repetition of the same act] (u)
  • använda (v) [aanwenden, employ, apply, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • bruka (v) [aanwenden, employ, apply, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • utöva (v) [aanwenden, uitoefenen, toepassen, materiaal, invloed]
  • öva (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • tillämpa (v) [uitoefenen, invloed, toepassen, aanwenden, materiaal]
  • begagna (v) [aanwenden, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • förbruka (v) [toepassen, uitoefenen, materiaal, invloed, benzine, aanwenden]
  • göra slut på (v) [aanwenden, benzine, invloed, materiaal, toepassen, uitoefenen]
  • dra fördel av (v) [persoon]
  • utnyttja (v) [persoon]
  • vana (n adj v) [frequent repetition of the same act]
  • sed (n adj v) [frequent repetition of the same act]
NL CS Czech 4 tłumaczenia
NL DA Duński 3 tłumaczenia
  • bruge (n v) [employ, apply] (n v)
  • skik (n adj v) [frequent repetition of the same act] (n adj v)
  • sædvane (n adj v) [frequent repetition of the same act] (n adj v)
NL BG Bułgarski 1 tłumaczenie
NL HU Węgierski 2 tłumaczenia
NL AF Afrikaans 1 tłumaczenie
  • gebruik (n adj v) [frequent repetition of the same act]
NL RU Rosyjski 1 tłumaczenie
NL SL Słoweński 2 tłumaczenia
NL ZH Chiński 1 tłumaczenie
NL HI Hinduski 2 tłumaczenia
NL JA Japoński 1 tłumaczenie
NL VI Wietnamski 1 tłumaczenie